Het Leven der Dieren, Deel 1, Hoofdstuk 04: De Roofdieren [Kindle-editie]

Vierde Orde. De Roofdieren (Carnivora). Grooter rijkdom van vormen dan die, welke de orde der Roofdieren aanbiedt, komt misschien in geen andere Zoogdieren-orde voor. Bijna alle lichaamsgrootten, die gelegen zijn tusschen de middelmatige, en een, die de kleinste maar weinig overtreft, zijn in deze orde vertegenwoordigd, de meest verschillende gedaanten in haar vereenigd. Van den geweldigen Leeuw tot den kleinen Wezel—welk een aantal tusschenvormen, welk een verscheidenheid van ontwikkeling! Hier de evenredig gebouwde, lieftallige Kat, daar de logge Hyena; hier de slanke, sierlijke Civetkat met haar fijne, gladde huid, daar de krachtige, grove Hond; hier de logge, langzame, zwaarwichtige Beer, daar de behendige, vlugge en lichte Marter: hoe kunnen zij alle tot één groep behooren?—En hoe kunnen zij alle in één beschrijving samengevoegd worden, zij, die deels op den bodem, deels op de boomen, deels in het water wonen en leven? En toch moeten wij ze in verband met elkander behandelen. Bij alle Roofdieren merkt men zoowel in den lichaamsbouw als in de geestesgaven bij alle verscheidenheid een in ’t oog loopende gelijkvormigheid op. Omgekeerd kan men uit de gewoonten, die al deze dieren in meerdere of mindere mate gemeen hebben, uit de overeenkomstige levenswijze en uit de gelijkheid van ’t voedsel afleiden, dat bij hen de vermogens van het lichaam—voortvloeiend uit het maaksel der ledematen, van het gebit en van de spijsverteringsorganen—zoowel als die van den geest in hoofdzaak gelijkaardig moeten zijn. Van misvormingen en vreemdsoortigheden, van caricatuurachtige wezens en afkeerwekkende gestalten worden in de orde der Roofdieren bijna geen voorbeelden aangetroffen. Hunne ledematen staan met het lichaam en onderling in evenredige verhouding; zij hebben ieder 4 of 5 teenen, die steeds met meer of minder krachtige, scherpe of stompe, in scheeden terugtrekbare of vrij liggende klauwen gewapend zijn. De groote volkomenheid der zintuigen is in ’t oog vallend, hoe verschillend hun ontwikkeling ook moge schijnen. Het gebit, dat uit alle drie soorten van tanden bestaat, bevat krachtige, scherpe—deels meer of minder slanke en éénspitsige, deels scherp getakte—in en tusschen elkander grijpende tanden, die met lange wortels stevig bevestigd zijn in forsch gebouwde kaken, waarvan de onderste door krachtige spieren bewogen wordt

De auteur:Alfred Edmund Brehm
Isbn 10:B00JIVQU7E
Uitgeverij:Library of Alexandria
taal:Nederlands
Paperback boek:657
serie:Kindle-editie
gewicht Het Leven der Dieren, Deel 1, Hoofdstuk 04: De Roofdieren [Kindle-editie]:4405 KB
Nieuwste boeken
© 2024 onlineinet.ru Algemene voorwaarden
BoekreCensies, of takken. Alle rechten voorbehouden.