Spaans spreken in Spanje: voor beginners [Kindle-editie]

Dit boek is voor beginners die willen leren spreken Spaans in Spanje. De auteur heeft tien jaar ervaring als leraar Spaans in de Verenigde Staten. Hij woont momenteel ook in Spanje (ik heb zeven jaar in Spanje gewoond), waar hij werkt als leraar Engels. Índice La pronunciación (uitspraak) las vocales (de klinkers) los diptongos (de tweeklanken) las consonantes (de medeklinkers) los pronombres (voornaamwoorden) enkelvoudig subject object meervoudig subject object El verbo tener (hebben) El verbo necesitar (nodig hebben) De lidwoorden Hay (er is/er zijn) algunos/algunas el plural (het meervoud) En clase (in de klas) Las asignaturas (de vakken) La gente (de mensen) Los saludos (groeten) Las despedidas (afscheid) Palabras y frases útiles (nuttige woorden en zinnen) Las presentaciones (het voorstellen) las presentaciones la gente (de mensen) la familia Profesiones y oficios (beroepen) Los países (landen) el verbo ser (zijn) Waar komt U vandaan? landen Los idiomas del mundo (de talen van de wereld) Las ciudades (steden) El verbo ir (gaan) Lugares y sitios (plaatsen) Modos de transporte (vervoerswijzen) Los animales (dieren) La naturaleza (natuur) La edad y los números (leeftijd en nummers) Hoe oud ben je? Nummers Describir a las personas (het beschrijven van mensen) La ropa (kleren) el verbo llevar* (dragen) ondergoed nachtgoed rond het huis schoeisel dameskleding broeken hemden, truien, jassen halskleden jas en overjas regenkleding pakken badmode hoeden en accessoires brillen juwelen weefsel diversen bijvoeglijke naamwoorden Los colores (de kleuren) Los días (dagen) Los meses (maanden) Las estaciones (seizoenen) Los días y la fecha (dagen en datum) En casa (thuis) Hablar de la hora (het uur) Las actividades (activiteiten) ik hou van/ik hou niet van activiteiten El tiempo (het weer) el verbo hacer Hoe is het weer vandaag? El cuerpo humano (het lichaam) het hoofd het gezicht het oog de mond hals, schouder, rug, enz. de arm de hand de romp en organen het been de voet huid, bloed, spier, bot Comer y beber (eten en drinken) el desayuno (ontbijt) la comida y meriendas (lunch, enz.) las bebidas (drankjes) glazen en drinkvaten la mesa (de tafel) specerijen en condiments las frutas (fruit) las verduras (groenten) las carnes (vlees) los mariscos (zeevruchten) postres y dulces(nagerechten en snoep) misceláneo los frutos secos (noten) en la cocina (in de keuken) La gramática básica (basis-grammatica) las palabras demostrativas dit hier dat daar dat daarginds veel en hoeveel los pronombres(voornaamwoorden) los pronombres de sujeto los pronombres de complemento El presente (de tegenwoordige tijd) werkwoorden−ar werkwoorden‒er werkwoorden ‒ir verbi irregolari (onregelmatige werkwoorden) De verleden tijd el pretérito los verbos –ar los verbos –er en –ir el presente perfecto el pluscuamperfecto het deelwoord vormen El imperfecto werkwoorden ‒ar werkwoorden ‒er en –ir het werkwoord ser El futuro (de toekomende tijd) De verleden toekomende tijd

De auteur:Dave Luton
Isbn 10:B00XFPKAN4
Uitgeverij: Amazon Media EU S.à r.l.
taal:Nederlands
Paperback boek:183
serie:Kindle-editie
gewicht Spaans spreken in Spanje: voor beginners [Kindle-editie]:577 KB
© 2024 onlineinet.ru Algemene voorwaarden
BoekreCensies, of takken. Alle rechten voorbehouden.